We baalden allemaal dat we ons appartement in Ho Chi Minh moesten verlaten. Voor de stad zelf hoefden we niet te blijven maar ‘ons huis’ was zo fijn! En we wisten dat we naar een meer jungle-achtige omgeving gingen: Ben Tre. De rivier de Mekong heeft een totale oppervlakte van 39.000 km2 en zodra de Mekong Phnom Penh (Cambodja) is gepasseerd splitst deze zich op, als een soort web: de Mekong Delta.
Groter kan het contrast niet zijn: van een grote drukke stad naar midden in de natuur met de onvermijdelijke beestenboel zoals spinnen, muggen en ander vliegend gespuis. Onze farm stay had wel airco maar was verder heel basic. Van buiten zag het er allemaal leuk uit maar van binnen was het een ander verhaal en dan vooral de badkamer van Maan en mij die vrij veel gaten en kieren had waardoor het druk was met muggen en spinnen. Het zag er zo onaantrekkelijk uit dat we er zelfs niet wilden douchen. Dat hebben we in de badkamer van de jongens gedaan die beter afgesloten en inpandig was. De kamers waren wel enorm ruim, hadden allemaal drie ruime frisse bedden en gelukkig ook klamboes.
In de nacht hoorden we ook veel dieren: blaffende honden, kukelende hanen en ook veel onbekende geluiden. Laten we het er maar op houden dat het niet helemaal mijn omgeving was. Ik had gelukkig voor maar twee in plaats van drie dagen geboekt en toen ik de accommodatie zag wist ik zeker dat we na twee nachten gingen vertrekken. Het eten bij de homestay was wel echt prima, zowel ontbijt als diner. En ook de mensen waren lief en vriendelijk. Dus wat dat betreft snapten we wel hoe ze aan het hoge beoordelingscijfer op Booking.com waren gekomen. Op de laatste avond kwam een van hun nog bij ons zitten en mochten we alles vragen over hun gewoontes etc. Heel leerzaam: zo kregen we bijv te horen dat de begraafplaatsen alleen voor soldaten zijn. Burgers worden altijd in de tuinen begraven op het plattegrond en als je in de stad woont heb je twee keuzes: begraven bij familie of cremeren. Ook vertelde hij dat de kinderen ook in Vietnam graag voetballen maar dat een bal te duur is. Bij gebrek aan bal voetballen ze met alles wat voorhanden is, maar dus ook met kokosnoten! Ai…
In Ben Tre hebben we ook nog een boottocht gedaan over de Mekong en een fietstocht over het platteland. Zo grappig dat we in al drie landen (Laos, Cambodja en nu dus Vietnam) over deze rivier hebben gevaren. Het water was overal modderbruin maar de vegetatie verschilt wel. Hier staan bijvoorbeeld veel water kokosnotenbomen. We hebben een bakstenenfabriekje bezocht en daarna nog wat tourist traps zoals een honingmaker, gezien hoe ze de lokale specialiteit Coconut Candy maken en hebben we rietenmattenmakers aan het werk gezien. Matrassen zijn voor de armere mensen zonder airco geen optie, dus slapen zij op rieten matten. Het is maar goed dat wij dat niet hoeven want onze lichamen zouden daar niet blij mee zijn! Wij zagen deze bezienswaardigheden eerst al tourist trap maar we begrepen later dat de bewoners van Ben Tre alles met elkaar delen en onze farm stay wil ook anderen laten profiteren van ons als toeristen. Wij kunnen natuurlijk geen souvenirs meenemen want onze rugzakken worden op een onverklaarbare manier steeds voller en gaan steeds moeilijker dicht terwijl we niets kopen. Maar om de lokale economie te stimuleren zijn we gezwicht voor een zakje bananenchips, wat drinken en een waaier. We geven overigens wel vaker wat extra’s aan mensen zoals chauffeurs, koffersjouwers of tuk-tuk drivers. Aan bedelaars geven is geen doen: wie geef je wel en wie niet? Maar hoe dan ook blijft dit lastig…..